Voer. Krabpaal. Speeltje. Korting.koopjesjagen

Oosters Langhaar

De Oosters Langhaar is wellicht het ras met de meeste namen. Wereldwijd is dit ras voornamelijk bekend onder de naam Oriental Longhair, bij de onafhankelijke verenigingen in Europa heet hij Mandarin, bij de FIFé heette hij Javanese (wat bij CFA een Balinees is in andere kleuren dan de klassieke) en in Engeland wordt hij ook wel Angora genoemd (niet te verwarren met de Turkse Angora!).

Deze verschillende benamingen zijn ontstaan door afzonderlijk van elkaar opgezette fokprogramma's in Europa en Amerika. Tegenwoordig wordt deze kat bij de FIFé officieel en ook in Engeland steeds meer Oriental Longhair genoemd. Ik hou het hier dan ook op de benaming Oosters Langhaar, dat roept de minste verwarring op en legt de duidelijkste link naar zijn kortharig broertje en afkomst.

De Oosters Langhaar is oorspronkelijk ontstaan uit kruisingen tussen de Balinees en Oosters Korthaar. Dit om een kat van het type en kleur als de Oosters Korthaar te fokken, maar met de halflangharige vacht van de Balinees. Wanneer men in eerste instantie deze kruising doet, zullen de kittens uiterlijk kortharig zijn, maar in het bezit van een langhaargen. Deze worden ‘varianten' genoemd, hier wordt verderop in dit artikel op teruggekomen.

De Oosters Langhaar komt voor in alle kleurslagen en patronen zoals erkend bij de Oosters Korthaar, het is dan ook in feite dezelfde kat met een halflang vachtje. Zoals gezegd is ook het type gelijk, alhoewel de Oosters Langhaar soms wat gematigder aandoet dan zijn kortharig broertje. Dit heeft twee oorzaken: De eerste is de langere vacht, die het type wat verdoezelt en verzacht, de tweede is het feit dat de Oosters Langhaar korter bestaat dan de Korthaar, hierdoor loopt het type soms wat achter, alhoewel ze de laatste tijd toch echt een inhaalslag maken. Over het karakter kan ik kort zijn, dit is gelijk aan dat van de Oosters Korthaar. Het is ronduit een heerlijke kat met een extra hoge aaibaarheidsfactor 🙂

Oosters LanghaarDe halflangharige vacht van de Oosters Langhaar is niet zoals die van andere halflangharige rassen zoals bijvoorbeeld Boskat, Birmaan of Ragdoll, maar meer te vergelijken met bijvoorbeeld de Somali. Hij behoort glad aan te liggen en heeft geen ondervacht. Dit maakt hem bij uitstek een ‘low maintenance' kat. Af en toe een kam- of borstelbeurt of even opwrijven met een natuurzeem en deze kat ziet er altijd uit als om door een ringetje te halen. Doordat de vacht glad aanligt behoudt de kat ook het typische slanke uiterlijk van de Oosterling. Sommige Oosters Langharen hebben een kraagje, maar dit is niet verplicht en eigenlijk ook niet gewenst. De staart is het meest imposante deel van de Oosters Langhaar, deze is vol, lang en zijdezacht. Een echte pluimstaart, wat ze samen met het slanke lichaamstype het uiterlijk van een eekhoorn geeft.

Het is jammer dat veel mensen nog steeds bang zijn voor veel vachtverzorging bij deze halflangharige katten, dit is echt een misverstand en staat voor een deel de populariteit van dit ras (en de Balinees) in de weg. Voor mensen die vallen op het extraverte karakter van de Oosters Korthaar of Siamees maar liever iets meer vacht zien, is de Oosters Langhaar bij uitstek geschikt. Alle overige rasspecifieke kenmerken, zowel qua karakter als type, zijn verder identiek aan die van de Oosters Korthaar, hiervoor wordt dan ook naar het stuk over de Oosters Korthaar verwezen en de betreffende rasstandaard.

Oosters LanghaarVarianten:
Varianten ontstaan door kruisingen tussen een langharige en een kortharige kat uit de Oosterlingenrasgroep, namelijk: Balinees x Siamees of Oosters Korthaar en Oosters Langhaar x Siamees of Oosters Korthaar. Deze kruisingen worden voornamelijk gedaan om het type van de langharen te verbeteren, die vaak toch nog een ietsje achterlopen op hun kortharige familieleden. De kortharige kat die uit deze kruisingen ontstaat dragen het recessieve gen voor langhaar, waardoor ze zeer waardevol zijn voor de langhaarfok. Teruggekruist met een halflanghaar of variant, kunnen zij weer halflangharige nakomelingen geven. Het is in feite een tussenstap voor een beter getypeerde halflanghaar en tevens een mogelijkheid tot uitbreiding van de genenpool. Sommige verenigingen noemen ze Oosters Korthaar/Siamees varianten (fenotypische benadering), anderen Oosters Langhaar/Balinees varianten (genotypische benadering). Vanuit stamboomtechnisch oogpunt bekeken is de laatste benaming beter, het laat geen ruimte voor twijfel om wat voor kat het gaat. Zeker omdat sommige verenigingen het variant zijn slechts aanduiden met een ‘v’, al dan niet tussen haakjes. In zijn algemeenheid echter is de eerste naam duidelijker omdat die de vachtlengte al aangeeft in de naam. Zeker voor een leek/liefhebber is dat een stuk handiger, temeer het voor iemand die niet fokt ook niet uitmaakt of de kat het langhaar gen draagt of niet.

Oosters LanghaarAlhoewel ze een gewone stamboom krijgen, hebben varianten geen showstatus. Ze kunnen echter wel geshowd worden als zijnde gewone kortharen en concurreren dan ook met de zuivere Oosters Kortharen en Siamezen.

Onderstaand treft u een staatje aan met het kanspercentage wat u kunt verwachten indien een bepaalde combinatie gedaan wordt. Alhoewel in de regel de combinatie variant x variant en variant x korthaar afgeraden wordt, omdat aan het uiterlijk niet te zien is of men te maken heeft met een variant of een korthaar, vind ik dit niet voor alle gevallen opgaan. Het kan wel degelijk zinvol zijn een dergelijke combinatie te doen.

E.e.a. is afhankelijk van het doel dat de fokker voor ogen heeft. Als de combinatie genoeg voordelen heeft om op de koop toe te nemen dat men mogelijk een generatie langer onderweg is en men zorgvuldig omgaat met de registratie van deze kittens, is er mijns inziens geen enkele reden om deze combinatie niet te doen.

Halflanghaar Variant Korthaar halflanghaar x halflanghaar 100% halflanghaar x variant 50% 50% halflanghaar x korthaar 100% variant x variant 25% 50% 25% variant x korthaar 50% 50% korthaar x korthaar 100%