Voer. Krabpaal. Speeltje. Korting.koopjesjagen

Kattenziekte


Neem bij (een vermoeden van) medische problemen altijd contact op met de dierenarts.

Wat is kattenziekte ?
Kattenziekte is een virusinfectie van het maagdarmkanaal bij kat-achtigen. Tevens tast het de afweer aan doordat de meeste witte bloedcellen doodgaan (panleucopenie). De symptomen zijn hoge koorts (vaak 40-41 graden), braken, bloederige diarree, uitdroging en heftige buikpijn. Zonder behandeling sterft meestal meer dan 90% van de besmette dieren. Bij kittens is de sterfte vaak 100%.

Is kattenziekte ernstig ?
Als een kat direct naar een dierenkliniek gebracht wordt, ligt de sterfte ondanks een optimale (langdurige en kostbare) behandeling vaak toch nog op 50-70%. Kattenziekte is daarbij de meest dodelijke virusinfectie bij de kat. De behandeling bestaat uit anti braakmiddelen en vochtinfusen vanwege de uitdroging door het braken en de diarree. Daarnaast is het dier zeer vatbaar voor bijkomende infecties en longontstekingen. Ten eerste omdat het virus bijna alle witte (afweer) bloedcellen doet verdwijnen en ten tweede omdat het darmslijmvlies zo wordt aangetast dat bacteriƫn uit de darm heel makkelijk het lichaam binnendringen.

Hoe stel je de definitieve diagnose ?
Bij sectie kun je een vermoeden krijgen dat er kattenziekte in het spel is, als het middelste derde deel van de dunne darm vuurrood ontstoken is. Echter ook andere aandoeningen kunnen hierop gelijkende beelden geven. De diagnose wordt definitief gesteld door weefselonderzoek (histologie) van darmen en lymfeklieren of via testen die het virus rechtstreeks aan tonen in diarree of bij het weefselonderzoek. Deze rechtstreekse testen zijn 100% betrouwbaar. Het weefselonderzoek kan de vermoedelijke diagnose aannemelijk maken.

Hoe wordt de ziekte overgebracht ?
De overdracht van het virus gaat via braaksel en diarree. Het virus kan in de buitenwereld vrij lang besmettelijk blijven. Zonlicht doodt het virus. Vooral bij regenachtig en koud weer kan het virus zich snel over grote oppervlakken (plassen en grasvelden) verspreiden. Andere katten worden besmet doordat ze door de besmette plekken lopen en zich daarna wassen, of bijv. aan besmette grassprietjes knabbelen of uit waterplassen drinken.

Lopen katten die niet buiten komen ook gevaar ?
Ook binnenkatten kunnen besmet worden omdat de baas het virus aan de schoenen meeneemt naar binnen. De besmettingskans voor binnenkatten is wel veel kleiner dan voor buiten rondlopende katten. Gezien echter de hoge dodelijkheid van een infectie is het niet erg wijs dit risico bewust te lopen.

Is niesziekte net zo iets als kattenziekte?
Niesziekte geeft heftige verkoudheidverschijnselen maar verloopt zelden dodelijk. Slechts een klein percentage blijft chronisch verkouden of krijgt als complicatie een soms dodelijke longontsteking. Niesziekte wordt veroorzaakt door virussen die meestal maar kort in de buitenwereld overleven. De meest voorkomende wijze van besmetting is via direct contact van kat op kat of door het proesten binnen Ć©Ć©n ruimte (of door het tuingaas)

Hoe zit het met de inentingen tegen kattenziekte ?
Tegen kattenziekte moet voor het eerst geĆ«nt worden op een leeftijd van 9 weken. Daarvoor slaat een enting vaak niet aan omdat de afweerstoffen die het kitten van de moeder heeft meegekregen tot de leeftijd van 6 weken nog volop werken en de entstof “neutraliseren”. Daarna verdwijnen deze van de moeder meegekregen afweerstoffen langzaam. De tweede enting (booster) moet 3-4 weken later plaatsvinden als de kat 12-13 weken oud is. De enige manier goed onderzochte methode om vaccins toe te dienen is per injectie. Bij dode vaccins is dit zelfs de enige methode. Kattenziekte entingen induceren een vrij langdurige maar geen levenslange bescherming.

Moet ik mijn kat elk jaar laten vaccineren tegen kattenziekte?
Hervaccinatie is beslist nodig maar behoeft maar om de 2-3 jaar te worden gegeven. Niesziekte-entingen dienen voor de eerste keer ook op 9 en 12-13 weken plaats te vinden. Omdat de niesziekte enting veel korter werkt (9-12 maanden) moet deze niesziekte enting jaarlijks herhaald worden. In de praktijk betekent dit dat de katten meestal om de 2-3 jaar een cocktail enting krijgen van kattenziekte en niesziekte, en daar tussendoor jaarlijks alleen een niesziekte enting. Elk jaar een cocktail enting is overbodig. Binnen katten kunnen volstaan met alleen een kattenziekte enting elke 2-3 jaar.

Katten werden vroeger toch ook vaak maar ƩƩn keer ingeƫnt ?
Vroeger werden de kittens alleen op jonge leeftijd geĆ«nt. Omdat kattenziekte zeer veel voorkwam, kwamen de kittens zo vaak met het “wilde” kattenziekte virus in contact dat ze zichzelf voortdurend hervaccineerden (zgn. booster). Ondanks het feit dat er dus na de eerste enting geen hervaccinaties meer volgden bij de dierenarts, bleven deze katten gezond en volledig beschermd.

Zijn herhalingen van de kattenziekte enting eigenlijk nog wel nodig ?
Tegenwoordig is het kattenziekte virus zo zeldzaam dat er maar een zeer kleine kans is dat een kat er mee in contact komt terwijl het nog beschermd is door de eerste vaccinatie(s). Hervaccinatie (boostering) door het “straat” kattenziektevirus vindt dus niet meer plaats. Daarom moeten de katten om de 2-3 jaar opnieuw door de dierenarts worden gevaccineerd. Wordt dit achterwege gelaten en de kat komt na 4-5 jaar toch onverhoopt in contact met het ziekteverwekkende kattenziekte virus dan is het weer 100% vatbaar. Het dier loopt dan weer de volle 90% kans om aan het virus te sterven. IngeĆ«nte katten zijn 100% beschermd.

Hoe zit dat met de niesziekte entingen ?
Voor niesziekte ligt dit beschermingspercentage duidelijk wat lager, bovendien komen er veel meer varianten van dit virus voor die niet allemaal in het vaccin zitten. Niesziekte enting werkt krap aan een jaar (9-12 maanden). De voorheen ook wel gebruikte neusdruppel enting gaf maar 6 maanden bescherming. Deze entmethode werkte weliswaar sneller en beter, maar gaf ook meer bijwerkingen en is vorig jaar uit de handel genomen.

Kattenziekte uitbraken ?
De meeste uitbraken van kattenziekte komen in het late najaar en de winter voor onder zwerfkatten en kittens (niet geĆ«nt, slechte en erg natte weersomstandigheden en weinig voedsel, vaak veel katten bij elkaar). Tevens breken infecties nogal eens uit in wijken waarin veel eigenaren om financiĆ«le redenen hun dieren niet of nauwelijks laten enten. Omdat bijna alle katten in Nederland geĆ«nt worden is de ziekte vrij zeldzaam geworden. Deze wilde katten vormen echter nog zgn. reservoirs vanwaar uit epidemieĆ«n kunnen uitbreken. Daarnaast zijn import katten (zielige vakantiekatjes en de “vogeltjes”markten (Antwerpen) een voortdurende dreiging voor nieuwe uitbraken. Helaas is er nog geen oraal (via de bek) vaccin dat ook de wilde katten immuun maakt.


Neem bij (een vermoeden van) medische problemen altijd contact op met de dierenarts.